Vanaf midden jaren tachtig tot eind jaren negentig vond binnen Arcadis de zogenoemde CAD-revolutie plaats. Dit acroniem staat voor computer-aided design, vrij vertaald in het Nederlands staat dit voor ‘ontwerpen met de computer’. In de eerste fase van deze revolutie werden zogenoemde grafische werkstations gebruikt. Dit waren speciale krachtige computers die tussen een PC en een mainframe in functioneerden. Op deze werkstations kon een CAD-systeem toegepast worden. Tekenaars gebruikten een elektrische tekenpen, speciale toetsenborden of digitaliseertafels alsof het een tekentafel was. Het resultaat bestond uit nauwkeurige tweedimensionale lijnen.
Met de komst van grafische werkstations begon het afscheid van traditionele gereedschappen zoals potloden en tekenpennen. Echter, de kosten voor het aanschaffen van een dergelijk grafisch werkstation waren erg hoog, ongeveer een miljoen gulden. Bovendien moesten de ontwerpers bijna twee keer zo snel tekenen om kostenneutraal te werken. Er was ook scepsis binnen ontwerpafdelingen ten aanzien van digitaal tekenen en daarom vond dit aanvankelijk slechts op kleine schaal plaats.
Voor een echte CAD-revolutie binnen Arcadis waren in de jaren negentig andere factoren nodig. Bijvoorbeeld de totstandkoming van het programma AutoCAD, een softwareprogramma van Autodesk. Dit maakte het mogelijk om 90 procent van het werk op een goedkopere PC van 30.000 gulden te doen. Hierdoor konden constructietekeningen en andere bouwkundige tekeningen sneller en goedkoper worden gemaakt. Toch vond er nog geen volledige overschakeling van analoog naar digitaal ontwerpen plaats. De benodigde tweede impuls was de dijkverzwaringsoperatie na het hoogwater in 1995. Met de noodwet dijken en het daaruit volgende werk maakte Arcadis de omslag naar volledig digitaal ontwerpen.