In de jaren vijftig zag een aantal dochterondernemingen van de Heidemij het levenslicht, waaronder de Land Development and Reclamation Company (Lareco). Een van de eerste projecten van Lareco was de deelname aan Operatie Sprinkhaan in 1958. Voor dit project werd vanuit de lucht gezocht naar mogelijke grondstoffen in Suriname. In die tijd was de inzet van vliegtuigen essentieel voor snelle inventarisaties van grondstoffen in nog niet in kaart gebrachte gebieden. Met de oude methodes zou het tientallen jaren duren om de grondstoffen te inventariseren. Er werden vliegtuigen ingezet, voorzien van magnetometers en een scintillatieteller. Hiermee werden waardevolle bauxietlagen in Suriname ontdekt, onder andere bij het Bakhuisgebergte. Bauxiet is nog altijd een factor van belang voor de Surinaamse economie. Voor Operatie Sprinkhaan werden zeven eenvoudige vliegvelden aangelegd, die nog steeds belangrijk zijn voor de verbinding van de lokale bevolking met hoofdstad Paramaribo.
Het bleek uiteindelijk best moeilijk voor Lareco nieuwe opdrachten buiten Europa te verwerven. Bovendien waren de Surinaamse projecten weinig winstgevend. Daarom besloot de Heidemij in 1969 tot de verzelfstandiging van Lareco met als belangrijkste markt Europa. Heidemij bleef de voornaamste aandeelhouder.