De internationale blik van de Heidemij werd mogelijk door een statutenwijziging in 1952. Tot dat moment was Heidemij nog een vereniging zonder winstoogmerk met als doel de opbrengst van landbouw en visserij te vergroten. Door deze statutenwijziging kon de Heidemij zich toeleggen op de ontginning van de Al-Grab vallei in Syrië. In de tweede helft van de jaren vijftig werd hier een groot moerassig gebied drooggelegd en ontgonnen. Deze vallei is maar liefst 70.000 hectare groot en anno 2023 nog altijd één van de meest vruchtbare gebieden van Syrië.
In de daaropvolgende jaren was de Heidemij binnen talloze vennootschappen in verschillende landen actief. In Irak werd aan een drainageproject gewerkt, terwijl in Colombia de mogelijkheden voor oliepalm- en cacaocultuur werden onderzocht. Het Parool schreef in 1958 dat ‘[…] van export van Nederlandse bekwaamheid […] sprake is en van een daadwerkelijke vooruitgang’.